“Dat lust ik niet!”, is een veel gehoorde kreet van kinderen. Alleen de ene ouder hoort dat maar af en toe en de andere ouder hoort het elke dag weer. Hoe komt het dat het ene kind zoveel meer lust dan het andere kind ?
Vele factoren kunnen daarbij een rol spelen, maar een hele belangrijke is de smaakontwikkeling van het kind in het eerste jaar.
Smaakontwikkeling start al in baarmoeder
De smaakontwikkeling start al in de baarmoeder. Rond de twaalfde week van de zwangerschap zijn er al de smaakpapillen aanwezig in het mondje van de foetus. De foetus neemt vruchtwater in het mondje, laat dit langs de tong lopen en dan door de neus weer naar buiten stromen. Zo vroeg in de zwangerschap neemt de foetus dus al smaken waar. De smaak van het vruchtwater wordt bepaalt door wat de moeder eet. Wanneer de moeder gevarieerd eet went het kindje in haar buik de hele zwangerschap lang dus al aan verschillende smaken en kan het kindje al een voorkeur voor bepaalde smaken ontwikkelen. Een baby kent voor de geboorte al het verschil tussen bitter, zoet en zuur.
Het is dus raadzaam om tijdens de zwangerschap zo gevarieerd mogelijk te eten: je kindje kan zo alvast aan verschillende smaken wennen én jij krijgt en jouw kind krijgen hierdoor ook alle benodigde voedingsstoffen binnen.
Ontwikkeling van smaak
Bij de geboorte heeft een baby duizenden smaakpapillen. Hierdoor is het kindje heel gevoelig voor smaken en heeft een voorkeur voor milde smaken. Snel neemt het aantal smaakpapillen in de mond af. Wanneer het kind tien jaar is heeft het nog maar de helft van zijn smaakpapillen en op de leeftijd van dertig jaar heeft een mens nog maar tweehonderdvijftig smaakpapillen over. Een jong kind proeft dus alles veel sterker dan volwassenen. Hierdoor hebben kinderen meer moeite met nieuwe smaken leren te eten dan volwassenen, omdat zij dus veel meer proeven dan volwassenen. Door het afnemen van de smaakpapillen kan het kind steeds meer smaken aan.
Borstvoeding versus flesvoeding
Na de geboorte zal het kindje borstvoeding of flesvoeding gaan krijgen. Borstvoeding kan dus elke keer anders smaken, doordat de voeding van de moeder van invloed is op de smaak van de melk. Kunstvoeding daarentegen smaakt altijd hetzelfde. Een kindje dat enkel flesvoeding krijgt went veel minder aan smaakvariaties.
Tussen de vier en zes maanden starten de meeste kinderen met de eerste vaste voeding. In het begin kan dit best lastig gaan en denken ouders al snel dat hun kind de fruit- of groenten hapjes niet lust. Dit hoeft niet persé het geval te zijn. Vaak heeft het er meer mee te maken dat het kind enorm moet wennen aan de structuur van eten, het is immers alleen vloeibaar eten gewend. Daarbij is van een lepeltje eten ook een nieuwe ervaring waaraan het moet wennen. Dit vergt namelijk een hele andere beweging van de mond dan drinken uit een fles. Het kan dan ook even duren voordat het kindje dit onder de knie heeft. Eten uitspugen hoeft dan ook niet altijd te betekenen dat het kindje de smaak niet waardeert, het kan ook dat het kind moeite heeft met het voedsel naar achterin de mond te bewegen of dat het kind moet wennen aan de substantie van het eten.
Zelfgemaakte hapjes versus kant en klare potjes
Voor de smaakontwikkeling van een baby is het beter te kiezen voor zelf gemaakte hapjes dan voor een hapje uit een potje. Bij kant en klare hapjes zijn alle smaken vermengd waardoor het kind minder verschillende smaken leert herkennen. Daarbij zijn de smaken van kant en klare hapjes ook wat meer afgevlakt. Hierdoor wordt het kindje minder blootgesteld aan wat meer uitgesproken smaken en went hier dus minder aan. Daarbij is de structuur van eten uit vooral de potjes voor de eerste maanden gladder dan menig ouder thuis zal lukken met de stafmixer of iets dergelijks. Het kindje raakt dus ook minder gewend aan wat meer structuur in de voeding. En dat gevoel in de mond door het eten is ook van belang bij de smaakontwikkeling. Voor de smaakontwikkeling van het kind is het dus beter om te kiezen voor een zelfgemaakt hapje.
Sfeer aan tafel bepalend voor smaakontwikkeling
Als ouders ontspannen zijn en in een ongedwongen, gezellige sfeer de eerste hapjes aan hun kind aanbieden, zal het kind meer open staan voor de ervaring van deze nieuwe smaak, dan wanneer de ouder of de sfeer gespannen is. Daarnaast is het handig als jij als ouder ook wat eet wanneer je kind eet. Jij bent dan zijn voorbeeld. Jouw kind wil je zoveel mogelijk proberen na te doen.
Blijf herhaald aanbieden
Jonge kinderen hebben een aangeboren voorkeur voor zoet en afkeer van bitter en zuur. Toch kunnen kinderen wel leren wennen aan deze smaken en ze leren waarderen. Vaak moeten ze wel 10 tot 15 keer iets hebben geproefd voordat ze de smaak gaan waarderen. Geef dus niet al na een paar keer op, maar blijf het herhaaldelijk aanbieden.
Het hoeft overigens niet altijd op dezelfde manier bereid te zijn. Groenten bijvoorbeeld kun je de ene keer rauw aanbieden of gekookt, de andere keer kun je de groenten roerbakken of in een pasta of stamppotje verwerken. Varieer hier eens mee.
Heb je nog vragen of behoefte aan persoonlijk advies neem dan gerust even contact op.
Bron: Drs. Tamar de Vos – van der Hoeven