Wanneer drinken uit een beker zonder tuit?

children-531282_1280Vaak spreek ik ouders voor wie het onduidelijk is wanneer en hoe je nou het beste de overgang kunt maken van een flesje of een tuitbeker naar een gewoon bekertje zonder tuit. Toch is dit een hele belangrijke stap in de ontwikkeling van de mondspieren van jouw kind, en daarmee ook voor een gezond eet- en drinkpatroon. Lees hier waarom het belangrijk is om tijdig de overstap te maken naar een gewone drinkbeker, wat de nadelen zijn van te lang doorgaan met drinken uit flesjes en tuitbekers en wanneer je deze overstap dan het beste maakt.

Flesjes gemakkelijk in gebruik

Flesjes en tuitbekers zijn natuurlijk erg makkelijk in gebruik. Je kunt ze overal mee naar toe nemen, de kinderen kunnen er zelfstandig uit drinken en ze knoeien niet vanwege de anti-leksystemen.
Tuitbekers zijn oorspronkelijk bedoeld om de overgang van een flesje naar een gewoon bekertje gemakkelijker te laten verlopen. De meeste ouders gebruiken de tuitbeker echter voor een te lange periode zonder over te gaan naar een gewoon bekertje vanwege het gemak ervan. Veel kinderen leren pas op de crèche of peuterspeelzaal uit een gewone beker drinken.

Nadelen van te lang gebruik van flesjes en tuitbekers

1. Risico op tandbederf: doordat de kinderen voor een langere periode continu een flesje of tuitbekertje bij zich hebben, worden de tanden alsmaar blootgesteld aan suikers. De meeste drankjes, ook melk, bevatten namelijk veel suikers. Er zijn ook kinderen die een flesje mee naar bed krijgen, omdat ze dan beter in slaap vallen. Dit heeft als gevolg dat jonge kinderen steeds meer gaatjes en zelfs wegrottende tanden hebben. En wat de meeste ouders zich niet realiseren is, dat het blijvend gebit hiermee ook al wordt aangetast, want dit is al onder het melkgebit van je kind aanwezig.

2. Beperkt de ontwikkeling van een goede slik: Tot de leeftijd van ongeveer 6 maanden heeft de baby nog een slik waarbij de tong van voor- naar achterin de mond beweegt, het zogenaamde zuigend slikken. Maar vanaf 6 maanden veranderen de botstructuren van jouw baby door groei en hier moeten de spieren zich op aanpassen. Het voorste deel van de tong zal steeds meer omhoog gaan bij het slikken en zo een golfbeweging naar achteren maken. Precies zoals wij volwassenen ook slikken.
Als er nu een flessenspeen (geldt ook voor fopspeen) of een tuit op de tong ligt, kan de tong niet omhoog bewegen en wordt het oude slikpatroon in stand gehouden waarbij de tong laag blijft. De spieren kunnen zich dan niet goed ontwikkelen. Dit kun je terugzien in de vorm van het gezicht:
– dikke wangetjes doordat de wangspieren niet gebruikt worden en zich daardoor niet ontwikkelen
– de mondhouding, deze is vaak open in rust met onderontwikkelde lipspieren
– de tonghouding, de tong ligt vaak laag en voorin de mond in rust, eventueel tussen de tanden.

3. Eten en praten gaat moeilijker. Doordat de mondspieren minder ontwikkeld zijn, zijn ze minder sterk en houden zij het eten minder lang vol. En doordat de lipspieren niet voldoende getraind zijn, kunnen zij niet voldoende om de bekerrand sluiten en wordt er tijdens het drinken meer geknoeid.
Ook de spraak wordt beïnvloed door achterstand in de mondspierontwikkeling. De spraak klinkt wat slap en is onnauwkeurig en vaak wordt gesproken met de tong tussen de tanden, zoals bij slissen.

Wanneer kan je kind uit een beker drinken?

Als een kind met steun kan zitten (rond 9 maanden) kan gestart worden met het drinken uit een drinkbeker. Om goed uit een beker te kunnen drinken is het een voorwaarde dat je kind goed in balans of gesteund kan zitten. Bovendien kan het kind de beker dan zelf goed vasthouden met 2 handen. Voorzichtigheid is nog wel geboden, want de oog-hand coördinatie is nog niet optimaal waardoor een kind nog niet goed zelf kan doseren.

Hoe leer je jouw kind uit een beker drinken?

1. Het kan een uitdaging zijn om jouw peuter het gebruik van de tuitbeker of de fles af te leren. Jouw kind leert dit het beste door routine en regels in te voeren. Als iets altijd op dezelfde manier gebeurt en dit wordt ze duidelijk verteld, dan wennen ze hier heel snel aan.
2. Koop samen met jouw kindje een nieuwe beker. Jouw kind zal trots zijn dat het nu al uit een “echte” beker mag drinken.
3. Neem een gewoon bekertje met een dunne rand, want een dikke rand is moeilijker om goed uit te kunnen drinken en doe de beker niet te vol.
4. Help jouw kind met het vasthouden van het bekertje. Jouw kind is gewend om naar het flesje of de tuitbeker te happen en zal dit in het begin ook met de beker doen. Hierdoor gaat het uiteraard mis. Je kan dit aanleren door de onderkaak van jouw kind te ondersteunen met jouw eigen hand, zodat hij meer controle krijgt over de bewegingen die nodig zijn om te drinken. Dit vraagt geduld, oefening en herhaling, maar het gaat uiteindelijk lukken!
5. Begin met oefenen in bad. Dan kan jouw kind lekker knoeien en gaat het spelenderwijs. Zorg er natuurlijk wel voor dat het geen badschuim drinkt.
6. Het is handig om met een wat dikkere vloeistof te beginnen, zoals yoghurt. Wanneer dit goed gaat kun je geleidelijk steeds wat dunnere vloeistof nemen.
7. Kies een rustig moment, blijf erbij en heb geduld.
8. Dring nooit aan, het is belangrijk dat jullie dit avontuur samen met veel plezier aangaan.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

De volgende HTML-tags en -attributen zijn toegestaan: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <strike> <strong>