Gepubliceerd 16 november 2016
Vorige week kon je lezen waarom, wanneer en hoe je je kind leert wennen aan vaste voeding. Dit kan gepaard gaan met blije gezichtjes, maar ook tekenen van afgrijzen of zelfs uitspugen. Sommige hapjes zal je kind niet meteen lekker vinden. En dat is ook logisch, want al die nieuwe smaken zijn wel even wennen. Het is niet alleen de smaak, maar ook de structuur en de manier van kauwen en slikken waar het aan moet wennen. Gewoon blijven proberen, want geduld loont. Wanneer je kind nu al veel smaken leert waarderen, dan is de kans groot dat hij ook later gevarieerd zal eten. En dat is goed voor zijn gezondheid! Maar wat ervaart je baby bij de eerste hapjes? Lees het hier en ondervind het zelf door onderstaande proefjes te doen.
Wat ervaart je baby bij de eerste hapjes?
Smaak en structuur
Wanneer je kind voor het eerst vaste voeding krijgt gebeurt er van alles. Bedenk dat borstvoeding en flesvoeding vooral zoet en romig is. Vaste voeding is opeens ook zuur of bitter. En wat te denken van al die gekke structuren in de mond? Ruw, hard, glad, droog, glibberig, fris, prikkelend, kleverig, noem maar op. Overigens zitten er wel verschillen in de smaak van borstvoeding, afhankelijk van wat de moeder heeft gegeten die dag. Kinderen die borstvoeding krijgen zijn daarom al wel een beetje gewend aan verschillende smaken, en wennen meestal iets makkelijker aan nieuwe hapjes.
Meer smaakpapillen
Verder hebben baby’s meer smaakpapillen dan volwassenen. Smaakpapillen zijn zenuwuiteinden op de tong die aan de hersens vertellen wat we proeven. Je kind is dus gevoeliger voor smaak. Omdat je baby vooral zoet gewend is en deze gevoeligheid heeft, is het aan te raden om te beginnen met zachte smaken. Lees daarover meer bij oefenhapjes.
10 tot 15 keer laten proeven
Met eerste hapjes ontdekt je baby een geheel nieuwe wereld. Daar kan hij veel plezier in hebben, maar het kan ook een beetje spannend zijn. Wees daarom begripvol en geduldig. Dwang bij het aanleren van nieuwe smaken werkt helemaal verkeerd. Met veel herhaling went je kind vanzelf aan een nieuwe smaak. Soms zal je kind wel 10 tot 15 keer moeten proeven voordat hij aan een smaak gewend is, ook al probeert het maar één hapje, dat is al voldoende. Dat hoeft trouwens niet te betekenen dat hij alles superlekker vindt. Kinderen ontwikkelen namelijk ook persoonlijke smaakvoorkeuren, net zoals wij zelf misschien ook niet alles even lekker vinden.
Ik ben 2 en zeg nee, begin dus eerder!
De eerste 2 jaar van je kind zijn het belangrijkst voor de smaakontwikkeling. Alleen al, omdat de meeste nul- tot tweejarigen graag nieuwe dingen proeven en zonder morren andere smaken accepteren, terwijl peuters daar uit koppigheid niet altijd zin in hebben. Het is dus slim om kinderen zo vroeg mogelijk aan veel smaken te laten wennen. Wanneer je kind zo’n 2 jaar is ervaart het, dat het een eigen wil heeft en hier maakt het graag gebruik van door tegen veel dingen ‘nee’ te zeggen, de peuterpubertijd noemen we dit. En wat vandaag ‘nee’ is, kan morgen gewoon weer ‘ja’ zijn. Een periode waar je als ouder het beste handelt door consequent te blijven.
Maar nu weer verder over leren eten: een goede eter is een kind dat gezellig is aan tafel, van alles wat eet en nieuwe smaken probeert. Of het bord helemaal leeg is, is niet belangrijk. Straf je kind daarom niet als hij iets niet wilt eten. Volgende keer beter!
Tips om het leren proeven makkelijk te maken
- Start met zachte smaken en geef één smaak per keer. Geschikt fruit om mee te beginnen is banaan, perzik, peer en meloen. Populaire groenten zijn bloemkool, doperwtjes, boontjes, broccoli, worteltjes of pompoen. Gaat het goed? Maak dan ook fruithapjes en groentehapjes met andere soorten.
- Zien eten doet eten, vooral als ze ouders hetzelfde zien eten. Geef dus het goede voorbeeld.
- Iets wat je kind niet lekker vindt, gaat er makkelijk in als je het combineert met iets dat ze wel lekker vinden.
- Kleed het eten leuk aan als het er niet in wilt. Een leuk lepeltje, een liedje, een mooi bordje, eten in een leuk vormpje: wees creatief.
- Als je kind iets niet lust, maak het dan eens op een andere manier klaar. Maskeer het niet met bijvoorbeeld appelmoes of yoghurt, want dan zal het niet aan de nieuwe smaak wennen omdat hij deze niet proeft door de appelmoes of yoghurt.
- Laat je kind eens zelf het eten in zijn mond stoppen. Dit kan met een lepeltje of zijn handje, maar je kunt ook ongepureerd eten geven. Zo leert je kind zelf te eten. Let erop dat je kindje zich niet verslikt. En wanneer je deze manier vaker gebruikt, moet je bij kindjes ouder dan 6 maanden erop letten dat ze niet alleen sabbelen, maar ook echt het eten binnenkrijgen.
Ervaar het zelf!
Om een idee te hebben van hoe je kind nieuwe smaken ervaart kun je onderstaande proefjes doen. Zo snap je hem beter en kan je hem ook beter helpen bij het leren proeven.
Proefje 1: zuur na zoet
Je baby is de zoete smaak van melk gewend. De friszure smaak van bijvoorbeeld appel is dan écht heel anders. Laat staan een citroen. In dit proefje merk je dat iets zuurder smaakt nadat je iets zoets hebt gehad. Omdat je kindje meer smaakpapillen heeft, zal zijn smaakbeleving van zuur daar dichter bij in de buurt komen. En dat terwijl hij vooral zoet gewend is! Het is verder handig om in je hoofd te houden dat wanneer je kindje bijvoorbeeld eerst een hapje banaan krijgt (zoet) en snel erachteraan wat sinaasappel (zuur), het zure dus harder aankomt.
Om een beetje te beleven wat je baby beleeft kun je het volgende doen:
Zet een schaaltje yoghurt klaar en thee met suiker.
Proef eerst een lepel yoghurt en onthoud goed hoe zuur dit smaakt.
Neem nu een slokje van de zoete thee.
Neem nu weer een lepel yoghurt. Proef je dat het zuurder is?
En neem nu opnieuw een slokje zoete thee. Smaakt die net zo zoet als daarvoor? Of lijkt het zoeter?
Proefje 2: structuurverschillen
In dit proefje onderzoek je hoeveel variatie er is in structuren. En je baby moet daar allemaal aan wennen: een hele klus. Verder is het duidelijk dat één product anders kan smaken als je het anders klaarmaakt. Dat kan komen doordat de structuur anders is, maar ook omdat de smaak anders wordt als je iets kookt. Probeer daarom eens om een product anders klaar te maken als je kind iets niet lust.
Structuur en hoe je een hapje klaarmaakt heeft invloed op de smaakbeleving. In dit proefje sta je daar even bij stil:
Leg een stukje wortel, (ongekookte) broccoli, paprika en tomaat op een bordje.
Neem het stukje wortel in je hand en proef een beetje. Het is glad en smaakt zoet. Omdat het zoet is vinden veel kinderen een worteltje lekker. Worteltjes kun je rauw eten (fijn geraspt) en voelt dan knapperig en koud in de mond. Gekookt zijn ze zacht en warm in de mond.
Over naar de broccoli. Je ziet en voelt dat broccoli een heel andere structuur heeft. En de smaak is alleen gekookt lekker. Er is een verschil tussen broccoli kort koken (knapperig) en lang koken (zacht/week, bitter).
Komkommer is weer heel waterig, zonder veel smaak.
En hoe zou je het tomaatje omschrijven? Snijd het tomaatje open. De binnenkant is zacht en de buitenkant iets harder. Als je het kookt en pureert is het een beetje glibberig.
Paprika is net als tomaat rood, maar hoe zou je paprika verder kunnen beschrijven? Is het sappig, droog, knapperig, zacht, glad? Weet je wat er met paprika gebeurt als je het kookt?
Na het doen van bovenstaande proefjes besef je weer even hoe wij inmiddels al aan smaken en structuren gewend zijn en hoe heftig deze veranderingen nog voor je kind zijn. Heb geduld en blijf het gewoon proberen, dan went je kind uiteindelijk wel. Veel succes!